Na Gent is Aalst, met ruim 86.000 inwoners die de spotnaam 'Ajuinen' met trots dragen, de grootste stad van Oost-Vlaanderen. Volgens sommigen is Aalst alleszins de meest charmante stad van Vlaanderen - al is men het daar in Dendermonde niet noodzakelijk mee eens, want de eeuwenoude folkloristische vete tussen 'Oilsjt' en 'Deiremonne' is legendarisch.
De rijke geschiedenis van Aalst kan men niet vatten in één paragraaf. Aalst is de stad van Dirk Martens en het eerste gedrukte boek in de Nederlanden - het standbeeld van de 'Zwarte Man' staat op de Grote Markt, net als het oudste Belfort van de Nederlanden - en natuurlijk ook de stad van romanschrijver Louis Paul Boon en priester Adolf Daens. Maar Aalst is ook de plaats waar carnaval alomtegenwoordig is, en waar topdokters van het Algemeen Stedelijk Ziekenhuis en het Onze-Lieve-Vrouwziekenhuis internationaal hoge ogen gooien.
De jongste jaren kende Aalst een grote sprong voorwaarts. Ooit was het een grijze industriestad aan de Dender, maar tegenwoordig is Oilsjt een hippe plek waar creatievelingen thuis zijn en waar kleine en grote ondernemingen een vaste stek hebben gevonden. Op sportief vlak zijn basketbalclub Okapi Aalstar en voetbalclub Eendracht Aalst sinds jaren de Aalsterse ambassadeurs.